Laatste twee stageweken

Project (BACO 4, BACO 7, BACO 9)

Op maandag 1 april startte ik mijn project. Ik moest niet lang nadenken over een tweede project. Vanaf het eerste moment dat ik in de klas kwam, merkte ik al op dat er weinig kleur aanwezig was en dat het lokaal heel sober was. Het aanwezige materiaal stond allemaal op elkaar en er was geen duidelijk overzicht aanwezig. Juf Daniëlle vond dit zelf ook en vroeg me of ik wilde helpen met haar klas opnieuw te organiseren. Ik zei meteen met veel plezier ja en dacht meteen “dit kan ik doen als project twee”. Ik ging met het voorstel naar het schoolhoofd. Ik zei dat ik de klas graag opnieuw wilde organiseren samen met juf Daniëlle waarop zij meteen antwoordde “Ja, wat een goed idee. De klas ziet er sober uit en kan wel een opknapbeurt gebruiken om het kindvriendelijk te maken”. Ik ging meteen in op de vraag/nood van het schoolhoofd en juf Daniëlle. Dit project had in het begin voor mij als doel de klas kindvriendelijker maken en de klasinrichting opnieuw schikken. Maar naar mate ik bezig was aan het project, merkte ik meteen op dat ik onrechtstreeks ook aan andere doelen werkte. Juf Daniëlle zou veel effeciënter kunnen werken en ze zou de kinderen meer kunnen bieden in hun ontwikkeling aan de hand van de “nieuwe” materialen. Ik werkte mijn project uit in 3 verschillende onderdelen. Ik begon met de voorbereiding, daarna de uitwerking en tenslotte de uitvoering. (2.4, 2.7)

Voorbereiding

Om mij zo goed mogelijk voor te bereiden, begon ik met het klasplan uit te tekenen en een nieuw klasplan te realiseren op papier. Ik besprak dit samen met juf Daniëlle zodat we samen tot één besluit kwamen. Daarna werkte ik in verschillende stappen verder. Ik begon met het opruimen van de klas en de verschillende kasten. Ik vond heel veel materiaal in de kasten waarmee juf Daniëlle nog nooit gewerkt had. Dit kon ik meteen linken aan het doel “kinderen meer bieden in hun ontwikkeling aan de hand van ‘nieuw’ materiaal” dat ik onrechtstreeks voor ogen had. Ik vond ook materiaal waarmee ik de verschillende hoeken kon aankleden. Ik creëerde ruimte in de klas waardoor ik een aantal nieuwe hoeken kon maken. Ik maakte een rekenhoek en een leeshoek in de klas. De poppenhoek en de keukenhoek die er al waren, richtte ik opnieuw in. Ik sorteerde ook het aanwezige materiaal. Ik heb een knutselkast gemaakt en een kast met ontwikkelingsmateriaal. Dit kan ik dan weer linken aan het doel “effeciënt werken”. Juf Daniëlle moest vaak heel lang zoeken naar het nodige materiaal voor een activiteit waardoor de kleuters lang moesten wachten en stil zitten om te beginnen werken. (2.1, 4.1, 4.5)

Uitwerking

Na een week voorbereiden kon ik mijn plannen uitvoeren. Ik maakte verschillende materialen om de klas aan te kleden. Ik maakte naamkaartjes voor aan de kasten te hangen. Zo kan juf Danïelle snel materiaal terugvinden voor een activiteit. Ik maakte een kalender voor de dagen van de week voor te stellen en een weerkalender. De bouwdozen hadden ook nood aan een opknapbeurt. Ik sorteerde de bouwdozen per soort aan de hand van verschillende stickers. De kinderen zitten in 3 groepen per kleur. Ik maakte daarvoor nieuwe kleuraanwijzingen.

Ik maakte ook verschillende materialen om de hoeken aan te kleden zoals naamkaartjes met getalbeelden (aanduiding hoeveel kinderen in deze hoek mogen spelen), prenten van voeding en drank, kaartjes met verschillende klanken, afspraakkaarten, getalbeelden, cijferbeelden, patroonkaarten, wasknijperkaarten… Ik maakte ook een stopkaart voor op de time-out stoel te hangen. Zo werd het nog duidelijker voor de kinderen dat ze even op deze stoel moeten zitten voor een time – out. Nadat het materiaal gemaakt was, kon ik de hoekjes beginnen inrichten in de klas zelf. Ik richtte de poppenhoek en de keukenhoek opnieuw in. De leeshoek en de rekenhoek zijn helemaal nieuw in de klas. Om de klas wat in te richten gebruikte ik elementen dat ik gezien had in mijn stages in België. (4.1, 4.2, 4.6, 5.3)

Uitvoering

Na een week hard werken, was de klas helemaal klaar. Ik kreeg lovende woorden van het schoolhoofd en van juf Daniëlle. Mijn 4 doelen waren geslaagd voor het schoolhoofd. Ik toverde de klas om tot een kindvriendelijke, effeciënte, ruime en kleurrijke kleuterklas. De kinderen konden de laatste week van mijn stage genieten van het nieuwe materiaal en van de ‘nieuwe’ klas. De kleuters waren meteen enthousiast. Ik begon elke morgen met een kort onthaal. Ik gebruikte daarbij de week- en weerkalender. Ik leerde hen ook twee nieuwe liedjes aan. Tijdens arbeid naar keuze mochten ze spelen in de hoeken. Ik maakte duidelijke afspraken en alles verliep vlot. Voor het schoolhoofd, juf Daniëlle en mij is dit project meer dan geslaagd. Dit kan ik dan ook duidelijk zien. Op donderdag begon juf Natacha uit kleuter B ook aan het opnieuw organiseren van haar klas. Ze kwam af en toe kijken in de klas bij juf Daniëlle hoe ik dingen aangepakt had. Dit is heel leuk om te zien. Een project met vele blije gezichten nadien. (2.6, 4.1, 4.6)

Drukke laatste dagen

De laatste week werkte ik rond twee thema’s. Rond het thema voertuigen en thema Pasen. Ik maakte samen met de kinderen een paasmandje. Het was een hele drukke week want ik was ook nog steeds bezig met de uitvoering van mijn project. Tijdens het werken in groepen probeerde ik een andere werkvorm uit. Ik werkte de donderdag en vrijdag rond voorbereidend schrijven en rekenen. Ik merkte de vorige keer op dat de helft van de kinderen niet goed volgt wanneer ik met alle 3 de groepen samen werk rond het voorbereidend schrijven en rekenen. Ik werkte met één groep per keer en de andere 2 groepen werkten met het ‘nieuw’ ontwikkelingsmateriaal. Zo kon ik de kinderen individueel benaderen. Waardoor dit zorgde voor een sneller en beter resultaat. Ik werkte met een doorschuifsysteem. Wanneer de groep klaar was, werkte ik samen met een andere groep. (2.2, 2.3, 4.6) (BACO 1)

 

In de twee laatste stageweken probeerde ik nog zoveel mogelijk te genieten en leuke dingen te doen met de kleuters. Juf Daniëlle voelde het einde ook al aankomen en zei enkele keren dat het zo snel voorbij is gegaan. Ik heb 10 weken stage gelopen bij haar in de klas. Ze zei me dat ik net als een dochter was voor haar. Op vrijdag 12 april was mijn allerlaatste stagedag. Maxime en ik stapten naar de school toe met heel wat lekkers om de juffen te trakteren voor de leerrijke en top stageperiode. Ik gaf voor de allerlaatste keer les aan mijn kleuters. Ik zorgde ervoor dat het een leerrijke maar speelse dag werd. Tijdens de pauze trakteerde ik de kleuters met een snackje. Ik kreeg van alle kleuters een mooie tekening met hart vol lieve woorden. Ik kreeg ook een cadeautje van juf Daniëlle. Na de pauze was het tijd om foto’s te nemen met de kleuters en juf Daniëlle. Nog even snel spelen met de kleuters en daarna was het tijd om afscheid te nemen. Met pijn in het hart moest ik afscheid nemen van mijn 22 (b)engeltjes. Ik kreeg van alle kleuters een brasa (knuffel). Wat was dit een moeilijk moment voor mij. Daarna gingen Maxime en ik samen de leerkrachten gaan trakteren. We kregen heel veel lieve woorden en wensen van de juffen. Wat zal ik het schooltje en mijn klasje missen! Deze ervaring was onbeschrijfelijk en zal ik nooit meer vergeten! Na deze ervaring ben ik helemaal klaar om als juf Lies voor een eigen klas te staan. (4.7)

Ouderparticipatie

Op vrijdag namiddag gingen Maxime en ik voor de laatste keer naar school om te helpen op een participatiedag voor de ouders. We hielpen mee tijdens het sporten. Er was ook een debat voorzien en spelletjes van 1 minuut. De zorgjuf had deze dag georganiseerd en bracht alle leerkrachten samen tot één team. We stonden klaar als één team voor de ouders. De school wil graag de leerkrachten zoveel mogelijk betrekken bij het schoolgebeuren. Er was wat misgelopen in de communicatie want er was slechts een opkomst van 20 ouders. Ook wij mochten onze mening geven hoe ze de volgende keer zo’n dag zouden kunnen aanpakken zodat er meer opkomst zou zijn van de ouders. We waren voor de laatste keer met alle leerkrachten samen. Opnieuw kregen we heel veel lieve woorden en wensen van de juffen. Ook van enkele juffen kregen we een brasa! Dit geeft je een fantastisch gevoel waardoor de stage meer dan geslaagd is. (3.1, 3.3, 3.4, 4.2, 5.1)

Genieten

Voor ons is het nu tijd om 2 weken te genieten en op 30 april terug te vertrekken richting België. Ik zal vertrekken met een dubbel gevoel. Ik verlang om mijn vrienden, familie en vriend terug te zien, maar wat zal ik het land en de mooie vriendschappen dat ik hier opgebouwd heb zo hard missen.

Mo syi!

Tot snel in België, Lies.


Weetjes over Suriname
• Suriname bestaat voor 80% uit jungle
• Er zijn veel verschillende bevolkingsgroepen
• De Palmentuin was vroeger een vluchtroute
• De helft van de totale bevolking woont in Paramaribo
• Suriname is het kleinste land van Zuid – Amerika
• In Suriname spreken ze ook Nederlands
• Het is bijna nooit kouder dan 24 graden
• Suriname kent geen postcodes
• Het is altijd licht en donker op vaste tijdstippen
• Suriname kent geen seizoenen
• In Suriname rijden ze links op de weg
• De supermarkt heet de chinees
• Er wordt het meeste rijst met kip gegeten
• Er zijn heel veel straathonden in Suriname
• De meeste honden worden gehouden als waakhond

Suforyou. (2019). Top 10 feitjes over Suriname voor in je fotoboek. Geraadpleegd op maandag 15 april 2019, op https://www.suforyou.nl/blog/top-10feitjes-over-suriname-voor-in-je-fotoboek

Weebly. (2019). Weetjes over Suriname. Geraadpleegd op dinsdag 16 april 2019, op https://allesoversuriname.weebly.com/weetjes-suriname.html

 

BACO 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 
BACO 4: de leraar als organisator 
BACO 7: de leraar als lid van een schoolteam
BACO 9: de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap 

2.1: culturele zelfkennis
2.2: culturele flexibiliteit
2.3: culturele veerkracht
2.4: culturele ontvankelijkheid
2.6: culturele relationele competentie
2.7: culturele communicatieve competenties
3.1: zich internationaal oriënteren
3.3: een eigen mening uiten over maatschappelijke of internationale onderwerpen
3.4: maatschappelijke betrokkenheid tonen
4.1: zelfstandig functioneren
4.2: samenwerken en netwerken
4.5: andere perspectieven onderzoeken
4.6: creativiteit tonen
4.7: een duidelijk toekomstbeeld hebben
5.1: zijn vakgebied in een internationale context kunnen plaatsen
5.3: kennis hebben van de beroepsuitoefening